
Belangrijke inzichten
- De hoogte van de vermogensbelasting in 2025 hangt af van de waarde van je vermogen op 1 januari van het belastingjaar. Dit staat ook wel bekend als de peildatum.
- In 2025 betaal je 36% vermogensbelasting in box 3 over een fictief rendement van 1,44% voor banktegoeden en 5,88% voor beleggingen.
- Je kunt het heffingsvrij vermogen en eventuele schulden in mindering brengen op je totale vermogen bij het berekenen van de vermogensbelasting.
Heb jij in 2025 vermogen, zoals spaargeld of een tweede huis? Dan moet je vermogensbelasting betalen. Lees hier hoe je vermogensbelasting in 2025 kunt berekenen, hoeveel vrijstelling jij hebt en wanneer je moet betalen.
Wat is vermogensbelasting?
Vermogensbelasting is de belasting die je betaalt over je bezittingen minus eventuele schulden. Tot je vermogen kunnen bijvoorbeeld spaargeld, beleggingen, een tweede huis en andere waardevolle bezittingen behoren.
Je betaalt de vermogensbelasting over het rendement dat je volgens de Belastingdienst met je vermogen behaalt. De belasting valt onder box 3 van de inkomstenbelasting en wordt ook wel 'vermogensrendementsheffing' genoemd.
Peildatum vermogensbelasting 2025
Om te berekenen hoeveel vermogensbelasting je moet betalen, kijkt de Belastingdienst naar de waarde van je vermogen op 1 januari van het belastingjaar. Dit wordt ook wel de peildatum genoemd.
Veranderingen in je vermogen die later in het jaar plaatsvinden, hebben geen invloed op de vermogensbelasting. Hierdoor kan het slim zijn om grote bedragen (bijvoorbeeld uit overwaarde) pas ná 1 januari op je spaarrekening te zetten.
Hoeveel vermogensbelasting in 2025?
In 2025 zijn er enkele belangrijke zaken veranderd voor de vermogensbelasting in Nederland. Hoewel het belastingtarief in box 3 ongewijzigd blijft, is het heffingsvrij vermogen verhoogd en zijn de fictieve rendementen aangepast.
Hoe hoog is vermogensbelasting in box 3?
In 2025 geldt een percentage van 36% voor vermogensbelasting in box 3. De Belastingdienst rekent dit percentage over het fictieve rendement dat je met je vermogen behaalt.
Fictief rendement box 3 2025
In 2025 rekent de Belastingdienst met drie verschillende fictieve rendementspercentages voor vermogen in box 3:
- Banktegoeden en spaargeld (1,44%, voorlopig)
- Beleggingen en overige bezittingen (5,88%, definitief)
- Schulden (2,62%, voorlopig)
Banktegoeden en spaargeld
Het voorlopige rendement voor banktegoeden is vastgesteld op 1,44% en geldt voor:
- Bank- en spaartegoeden in Nederland
- Bank- en spaartegoeden buiten Nederland
- Contant geld boven de vrijstelling
- Premiedepots
- Niet-vrijgestelde groene spaartegoeden
- VvE-aandelen
- Derdenrekeningen bij notarissen en gerechtsdeurwaarders
Beleggingen en overige bezittingen
Voor beleggingen en overige bezittingen geldt een fictief rendement van 5,88%. Dit is een daling ten opzichte van 2024, toen het percentage nog 6,04% bedroeg. Dit fictieve rendement geldt voor:
- Beleggingen zoals aandelen en obligaties
- Cryptobeleggingen
- Vastgoed in box 3 (niet het hoofdverblijf)
- Andere bezittingen
Schulden
Voor schulden in box 3 wordt het definitieve percentage begin volgend jaar vastgesteld. Bij de voorlopige aanslag gaat de Belastingdienst uit van een percentage van 2,62%. Maar let op: hierbij geldt een schuldendrempel.
Heffingsvrij vermogen 2025
Je betaalt niet over je hele vermogen vermogensbelasting. Een vast bedrag is namelijk vrijgesteld van belasting in box 3 van de inkomstenbelasting. Dit bedrag wordt ook wel het heffingsvrij vermogen genoemd.
In 2025 bedraagt het heffingsvrij vermogen:
- €57.684 voor alleenstaanden
- €115.368 voor fiscale partners
Het heffingsvrij vermogen wordt door de Belastingdienst automatisch afgetrokken van je totale vermogen. Tot deze drempel betaal je dus geen vermogensrendementsheffing.
Vrijstelling vermogensbelasting in 2025
Naast het heffingsvrij vermogen zijn er in 2025 aanvullende vrijstellingen voor specifieke bezittingen:
- Groene beleggingen (tot €26.312 voor alleenstaanden of €52.624 voor fiscale partners in 2025 met een extra heffingskorting van 0,1% over het vrijgestelde bedrag)
- Pensioenen, lijfrentes en bepaalde verzekeringen
- Je eigen woning (hoofdverblijf valt in box 1)
- Inboedel van je woning
- Auto's, caravan, boot
- Zakelijk vermogen en bedrijfsmiddelen
Hoeveel belastingvrij sparen in 2025?
In 2025 mag je als alleenstaande maximaal €57.684 en als fiscale partners (bijvoorbeeld gehuwden) maximaal €115.368 belastingvrij sparen. Deze bedragen gelden als het heffingsvrij vermogen voor 2025.
Maar let op: de Belastingdienst kijkt bij het berekenen van de vermogensbelasting niet alleen naar je spaargeld, maar naar je totale vermogen. Hieronder vallen bijvoorbeeld ook vastgoed, aandelen en andere bezittingen.
Zelfs als je spaargeld binnen de grens van het heffingsvrij vermogen blijft, kun je mogelijk dus toch vermogensbelasting betalen als je totale vermogen de vrijstellingsgrens overschrijdt.
Vanaf welk bedrag betaal je vermogensbelasting in 2025?
In de tabel hieronder zie je vanaf welk bedrag aan totale vermogen jij in 2025 vermogensbelasting betaalt:
Vermogen | Alleenstaanden | Fiscale partners |
---|---|---|
€10.000 | €0 | €0 |
€50.000 | €0 | €0 |
€100.000 | €1.737 | €0 |
€150.000 | €3.789 | €1.421 |
€200.000 | €5.841 | €3.473 |
€250.000 | €7.893 | €5.525 |
€300.000 | €9.945 | €7.577 |
€500.000 | €18.153 | €15.785 |
€700.000 | €26.361 | €23.993 |
€900.000 | €34.569 | €32.201 |
€1.100.000 | €42.777 | €40.409 |
€1.500.000 | €59.193 | €56.825 |
Vermogensbelasting en schulden
De gemiddelde Nederlander in 2025 heeft €15.000 aan schulden die voor de vermogensbelasting aftrekbaar zijn, zoals consumptieve leningen en creditcardschulden. De volgende schulden mag je aftrekken in box 3:
- Schulden voor consumptiedoeleinden (auto, vakantie)
- Negatief saldo op je bankrekening
- Creditcardschulden
- Schulden voor de financiering van aandelen en beleggingen
- Schulden voor een tweede huis
- Studieschulden (tenzij deze nog kunnen worden omgezet in een gift)
- Erfbelasting (alleen onder bepaalde voorwaarden)
- Schulden ontstaan door een schenking op papier
Schuldendrempel box 3 2025
Bij de aftrek van schulden voor de vermogensbelasting rekent de Belastingdienst met een schuldendrempel. De schuldendrempel is het minimumbedrag waaronder schulden niet aftrekbaar zijn van de vermogensbelasting.
In 2025 gelden de volgende bedragen voor de schuldendrempel:
- Voor alleenstaanden: €3.800
- Voor fiscale partners: €7.600
Alleen het deel van je schulden dat boven deze drempel uitkomt, mag je aftrekken van je vermogen in box 3. Dit betekent dat kleinere schulden niet in aanmerking komen voor aftrek.
Er zijn ook schulden die níet aftrekbaar zijn van de belasting in box 3. Enkele voorbeelden zijn:
- Hypotheekschuld eigen woning (valt in box 1)
- (Kinder)alimentatieschulden
- Schulden met een looptijd korter dan 1 jaar
- Belastingschulden (met enkele uitzonderingen zoals erfbelasting)
Wat doen schulden met de vermogensbelasting?
Heb jij schulden die in box 3 aftrekbaar zijn en ben je alleenstaand? In de tabel hieronder zie je welke invloed schulden hebben op de vermogensbelasting die je in 2025 moet betalen:
Vermogen | Met schuld | Zonder schuld |
---|---|---|
€10.000 | €0 | €0 |
€50.000 | €0 | €0 |
€100.000 | €1.277 | €1.737 |
€150.000 | €3.329 | €3.789 |
€200.000 | €5.381 | €5.841 |
€250.000 | €7.433 | €7.893 |
€300.000 | €9.485 | €9.945 |
€500.000 | €17.693 | €18.153 |
€700.000 | €25.901 | €26.361 |
€900.000 | €34.109 | €34.569 |
€1.100.000 | €42.317 | €42.777 |
€1.500.000 | €58.733 | €59.193 |
Ook voor fiscale partners hebben aftrekbare schulden invloed op de te betalen vermogensbelasting in 2025. We rekenen hier wederom met een schuld van €15.000, maar nu met een schuldendrempel van €7.600:
Vermogen | Met schuld (€15.000) | Zonder schuld |
---|---|---|
€10.000 | €0 | €0 |
€50.000 | €0 | €0 |
€100.000 | €0 | €0 |
€150.000 | €962 | €1.421 |
€200.000 | €3.014 | €3.473 |
€250.000 | €5.066 | €5.525 |
€300.000 | €7.118 | €7.577 |
€500.000 | €15.326 | €15.785 |
€700.000 | €23.534 | €23.993 |
€900.000 | €31.742 | €32.201 |
€1.100.000 | €39.950 | €40.409 |
€1.500.000 | €56.366 | €56.825 |
Vermogensbelasting 2025 berekenen
Bovenstaande tabellen zijn een indicatie die kan afwijken van jouw situatie. Wil je nog preciezer berekenen hoeveel jij aan vermogensbelasting moet betalen? Dit doe je simpel in 4 stappen:
- Bepaal de waarde van je vermogen
- Breng het heffingsvrij vermogen in mindering
- Breng aftrekbare schulden in mindering
- Bereken vermogensrendementsheffing over het resterende bedrag
1. Bepaal de waarde van je vermogen
De eerste stap is het bepalen van je totale vermogen. Tel hiervoor al je bezittingen bij elkaar op:
- Banktegoeden en spaargeld (in en buiten Nederland)
- Beleggingen en overige bezittingen (aandelen, tweede huis, caravan, etc.)
2. Breng het heffingsvrij vermogen in mindering
Breng het heffingsvrij vermogen dat voor jou van toepassing is in mindering op je totale vermogen. Het heffingsvrij vermogen is in 2025 €57.684 voor alleenstaanden en €115.368 voor fiscale partners. Wat overblijft is je belastbare vermogen.
3. Breng aftrekbare schulden in mindering
Tel nu alle schulden die aftrekbaar zijn in box 3 bij elkaar op. Van dit totale schuldbedrag trek je de schuldendrempel (€3.800 voor alleenstaanden en €7.600 voor fiscale partners) af. Trek het bedrag dat overblijft af van je belastbare vermogen.
4. Bereken vermogensrendementsheffing over resterende bedrag
Over dit resterende bedrag bereken je de vermogensrendementsheffing. In 2025 betaal je een fictief rendement van 1,44% over banktegoeden en spaargeld en 5,88% over beleggingen en andere bezittingen.
Vermenigvuldig het deel van je vermogen dat uit banktegoeden bestaat met 1,44% en het deel van je vermogen dat uit beleggingen bestaat met 5,88%. Vermenigvuldig je berekende aftrekbare schuld met een fictief rendement van 2,62%.
Tel het rendement uit banktegoeden op bij het rendement uit beleggingen en trek van dit bedrag het (negatieve) rendement uit schulden af. Wat overblijft is je totale rendement. Over dit bedrag betaal je 36% vermogensbelasting.
Stel, je bent fiscale partners en hebt in totaal €200.000 aan vermogen en €15.000 aan schulden. Je vermogen is verdeeld over 40% uit banktegoeden en 60% uit beleggingen.
Trek nu eerst het heffingsvrij vermogen af. €200.000 (je totale vermogen) - €115.368 (heffingsvrij vermogen) = €84.632 aan belastbaar vermogen. Trek van dit bedrag je aftrekbare schulden af.
€15.000 (totale schulden) - €7.600 (schuldendrempel) = €7.400 aan aftrekbare schulden. €84.632 - €7.400 = €77.232. Je berekent de vermogensrendementsheffing over dit resterende bedrag.
- Banktegoeden (40%): €77.232 × 40% × 1,44% = €445
- Beleggingen (60%): €77.232 × 60% × 5,88% = €2.725
- Rendement schuld: €7.400 × 2,62% = €194
- Totaal rendement: €445 + €2.725 - €194 = €2.976
Over het berekende rendement van €2.976 betaal je 36% belasting. In dit rekenvoorbeeld betaal je als fiscale partners in 2025 met een vermogen van €200.000 dus in totaal €1.071 (€2.976 × 36%) aan vermogensbelasting.
Vermogensbelasting en overwaarde
Over je eigen huis (je hoofdverblijf) betaal je in 2025 geen vermogensbelasting in box 3. Ook over eventuele overwaarde op je woning hoef je dus geen belasting te betalen zolang je er blijft wonen.
Dit kan veranderen wanneer je je huis verkoopt. Als het vrijgekomen geld uit de overwaarde op de peildatum van 1 januari op je rekening staat, valt het in box 3. Over het bedrag boven de vrijstelling betaal je dan 36% over een fictief rendement.
Vermogensbelasting Nederland vs buitenland
In 2025 zijn er aanzienlijke verschillen in vermogensbelasting tussen Nederland en andere Europese landen. Zo is Nederland het enige Europese land dat belasting heft over een fictief rendement.
Hieronder vergelijken we de verschillen in vermogensbelasting tussen Nederland en enkele populaire Europese landen waar Nederlanders naartoe emigreren als ze een huis kopen in het buitenland:
Spanje
Spanje hanteert een progressief systeem met tarieven van 0,2% tot 3,5%, met een algemene vrijstelling van €700.000 plus €300.000 voor de hoofdwoning.
Sommige regio's hebben eigen regels. Zo verleent Madrid 100% korting, terwijl Andalusië de vermogensbelasting heeft afgeschaft.
Duitsland
Duitsland kent momenteel geen vermogensbelasting. Het land richt zich meer op inkomstenbelasting en andere vormen van belastingheffing.
Portugal
Portugal heeft geen algemene vermogensbelasting, maar wel een gemeentelijke belasting op onroerend vermogen boven €600.000 met progressieve tarieven tot 1,5%.
Frankrijk
Frankrijk hanteert de IFI (Impôt sur la Fortune Immobilière) alleen voor onroerend goed. De drempel ligt bij €1,3 miljoen, met tarieven van 0,5% tot 1,5%.
Land | Heffingsvrij vermogen | Tarief | Bijzonderheden |
---|---|---|---|
Nederland | €57.684 | 36% over fictief rendement | Forfaitaire rendementen per vermogensbestanddeel |
Spanje | €700.000 + €300.000 | 0,2% - 3,5% | Sommige regio's heffen niets |
Duitsland | n.v.t. | 0% | Geen vermogensbelasting |
Portugal | €600.000 | Tot 1,5% | Alleen voor onroerend goed |
Frankrijk | €1.300.000 | 0,5% - 1,5% | Alleen voor onroerend goed (IFI) |
Wanneer aangifte vermogensbelasting 2025?
De aangifte vermogensbelasting voor 2025 kan vanaf 1 maart 2026 worden gedaan via Mijn Belastingdienst. Als je een brief van de Belastingdienst hebt ontvangen waarin staat dat je aangifte moet doen, moet je deze voor 1 mei 2026 indienen.
Wanneer moet je vermogensbelasting betalen?
Na het doen van aangifte ontvang je een voorlopige aanslag. Deze mag je in termijnen betalen binnen het jaar 2026. Het aantal termijnen hangt af van de datum op de aanslag.
Als er na de datum op de aanslag minder dan 2 hele maanden overblijven in het jaar, geldt een betalingstermijn van 6 weken. Het totale bedrag moet uiterlijk op 31 december 2026 op de rekening van de Belastingdienst staan.
De betalingen worden verdeeld in gelijke maandelijkse termijnen. Bijvoorbeeld: bij een aanslag gedateerd 15 februari 2026 zijn er nog 10 hele maanden over in het jaar, dus mag je in 10 gelijke maandelijkse termijnen betalen.
Vanaf de zomer van 2025 is het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement beschikbaar. Hiermee kun je bewijzen dat je werkelijk rendement lager was dan het fictieve rendement waarmee de Belastingdienst rekende.
De definitieve aanslagen voor 2021 t/m 2024 worden naar verwachting vastgesteld in het vierde kwartaal van 2025. De verminderingsbeschikkingen voor 2017 t/m 2024 volgen in het tweede kwartaal van 2026.
Als je het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement invult, gaat dit over de belastingjaren 2017-2024. Voor 2025 en later kun je het werkelijk rendement opgeven in de reguliere belastingaangifte die je in 2026 doet.